logo museum transparant groot

Een bijzondere bodemvondst

Recentelijk (zomer 2012) heeft iemand met een metaaldetector op zoek naar munten een bijzondere ontdekking gedaan. Tijdens zijn zoektocht rondom kasteel Hackfort bij Vorden kreeg hij een enorme uitslag op de detector die heel wat groter was dan een munt. De schop ging in de grond en tot zijn verbazing vond hij de aanwinst van deze maand. Na een tip van de politie en overleg met de Officier van Justitie hebben we dit boordwapen van een Engels vliegtuig aan onze collectie kunnen toevoegen.

Browning-werkbank

De aanwinst is een bodemvondst boordmitrailleur, de Browning .303 Mark II.

De Browning werd door de R.A.F. (Royal Air Force) geadopteerd en werd geproduceerd door Vickers Armstrong en BSA om patronen van het kaliber .303 (7.7 mm.) te kunnen verschieten en werd daarna de Browning .303 MK 2 in Britse dienst genoemd. Het was oorspronkelijk een 1930 model Colt-Browning met patroon band voeding. Het was ontworpen om hydraulisch afgevuurd te worden vanuit de vleugels van een vliegtuig. Er werden echter ook modellen gemaakt die met een aanpassing handmatig afgevuurd konden worden vanuit bommenwerpers en verkenningsvliegtuigen. Het wapen had een vuurkracht van 1150 patronen per minuut.

totaal presentatie museum 3
De Browning na conservering in de display in het museum.

Op zoek naar informatie over de crash waar dit wapen vandaan kwam heb ik dankbaar gebruik mogen maken van de informatie uit het boek “Vorden tijdens de bezetting”, van Robert Ellenkamp uit juli 1997 aangevuld met informatie en een afbeelding van Karl Lusink AIR WAR RESEARCHER ARGA Drempt. Dank hiervoor.

 

Lancaster stort neer in Hackfort.

Tijdens de oorlog bestreden Groot-Brittannië en Duitsland elkaar ook in de lucht. In het begin, toen de Duitsers het luchtruim beheersten, merkten de Vordenaren behalve het overvliegen weinig van de strijd. Halverwege de oorlog waren de rollen omgedraaid en kreeg Groot-Brittannië het overwicht. Deze omslag had tot gevolg, dat de burgerbevolking er steeds meer bij betrokken raakte. De Duitse jachtvliegtuigen probeerden de geallieerde luchtvloot te reduceren. Vorden kreeg hier begin 1943 voor het eerst mee te maken.

Op vrijdagavond 8 januari 1943 werd er om 19.23u boven Hackfort de Britse Lancaster 1 met nummer W-4159 en code WS-Y van het 9e Squadron R.A.F. neergeschoten. Het vliegtuig was gestationeerd op de basis Waddington en was om 17.20u opgestegen. Samen met 3 Pathfinder Mosquito’s en 37 Lancaster bommenwerpers was het vertrokken voor een missie naar Duisburg. Drie Lancasters keerden hierbij niet terug in Engeland.

bommemwerper in zoeklicht bundel bew
Een bommenwerper gevangen in zoeklichten.

Het vliegtuig was een gemakkelijke prooi, omdat het ‘gevangen’ was in een lichtkegel van een zoeklicht. Een Duitse nachtjager die gevlogen werd door Oberleutnant Ludwig Becker van het 12e Staffel vom Nachtjagdgeschwader 1 schoot het vliegtuig neer. Op het moment dat het vliegtuig werd getroffen, werd Hackfort hierdoor enige tijd zo verlicht dat het net leek of het dag was. Het vliegtuig vloog door de beschieting in brand en verloor zijn staartstuk, zodat het onbestuurbaar werd. Het staartstuk kwam voor een groot gedeelte samen met de benzinetank terecht in het Dickmansbos. Het andere gedeelte van de staart kwam bij boerderij Tichelman van H. Steenblik terecht. Kort hierna kwam er één parachutist naar beneden; hij overleefde de sprong niet omdat zijn parachute niet goed was bevestigd. Hij kwam terecht tussen de boerderijen Leunk en Tichelman. De grond was op die januari-avond bevroren, maar werd toch door de val zo’n 30 cm ingedeukt. Het stoffelijk overschot lag echter niet in het gat, maar was er weer uit gestuiterd. De parachute kwam 150 meter verder op de grond terecht. Ten noorden van boerderij Tichelman vond H. Steenblik de volgende dag een mitrailleur. Met een nijptang probeerde hij enkele patronen uit de patroonband, die nog in het geweer zat, te halen. Het wapen heeft hij later begraven. ( Het betreft hier zeer waarschijnlijk onze mitrailleur)

 

Na het verliezen van die verschillende onderdelen, stortte de Lancaster met grote snelheid neer tussen de boerderijen van J.L. Klein Brinke en D. Norde. Tot vijf minuten na de crash vielen er nog brokstukken uit de lucht, verspreid over een groot gebied. Bij de crash deed zich een grote explosie voor, die werd veroorzaakt door een 4000 ponder “Cookie”(meer dan 1000 kg springstof) die nog aan het vliegtuig hing. Er bleef niets meer van het vliegtuig over. Ook alle inzittenden werden weggeslingerd. Eén van hen werd totaal uiteen gereten. De romp kwam in een sloot terecht aan de andere kant van de Kruisdijk. Later heeft Klein Brinke nog een hand en een voet gevonden, tijdens het ploegen van zijn akker. De overige vier bemanningsleden kwamen in de buurt van het vliegtuig terecht. Eén werd door de explosie over de hoge eiken geslingerd en belandde in het weiland van Norde.
Door de ontploffing werd er ook een gedeelte van het rieten dak van de boerderij van Klein Brinke weggeslagen. Bij zeven boerderijen in de omtrek sneuvelden de ruiten en waren er dakpannen in beweging gekomen. Het vliegtuig had ook fosfor-brandbommen aan boord, die door de explosie waren weggeslingerd en overal lagen te branden. Die fosforbommen waren cilindervormig en hadden een doorsnede van 12,6 cm, een lengte van 40 cm en een gewicht van 14 kg.


Kort na de crash verscheen de Vordense politie, gevolgd door twee vrachtwagens met Duitsers van een speciale eenheid die de politie wegstuurde. De Duitsers kwamen uit Toldijk en waren verantwoordelijk voor alle vliegtuigen die hier in de regio werden neergeschoten. Zij waren voor hun doen snel ter plaatse, omdat zij dachten dat er een Duitse jager was neergeschoten.
De Duitsers bewaakten de resten van het vliegtuig dag en nacht: er mocht niks worden weggehaald. Vooral ’s nachts waren de Duitsers zeer gespannen, zodat ze op alles schoten wat maar bewoog. Op zaterdagmorgen werd er echter toch iets weggenomen; niet door een buitenstaander maar door één van de Duitsers zelf. Deze pleegden namelijk lijkenroof op één van de Britse officieren. Dit was door Klein Brinke gezien. Hij gaf dit door aan de Vordense politie. Die rapporteerde dit op haar beurt weer bij de Duitsers. Klein Brinke werd meegenomen naar Toldijk, waar hij de Duitser moest aanwijzen. Bij het leeghalen van de zakken van de aangewezen Duitser kwamen er ringen en een portemonnee te voorschijn. Voor deze daad is hij later geëxecuteerd. De stoffelijke overschotten van de Britten werden diezelfde zaterdag geborgen. H.W. Groot Bramel heeft ook meegeholpen met het bergen van de lijken. Bij het oppakken van die stoffelijke overschotten moest men goed uitkijken, want verschillende lijken raakten in brand door het nog aanwezige fosfor. De heer Eggink van boerderij Leunk heeft het lichaam van de parachutist met paard en wagen naar de Hoekendaalseweg gebracht. De lichamen werden daar in houten kisten gedaan die waren vervaardigd door zagerij Groot Bramel. Daarna werden ze met wagens vervoerd naar de begraafplaats van Vorden. Op 10 januari werden de stoffelijke overschotten begraven, maar deze keer werden er geen Vordenaren toegelaten. De restanten van 4 van de bemanningsleden werden in maar 2 graven geplaatst omdat het niet meer herkenbaar te identificeren was. Wel stonden er veel mensen bij de hekken te kijken, om zo nog enige eer te bewijzen aan de navolgende personen:

Warrant Officer II Dick Foote                             22 jaar
Toronto, Ontario, Canada                                      PILOOT
Sergeant Munro McKenzie                               19 JAAR
Watford, Hertfordshire                                          NAVIGATOR
Sergeant Maxwell Wilson Stephenson             23 JAAR
Bishop Auckland, Co.
Durham                              2E PILOOT
Sergeant William Thomas McLennan               31 JAAR
Aberdeen, Schotland                                            NAVIGATOR
Sergeant Patrick George Brogan                      19 JAAR
Eltham, Londen                                                   RUGKOEPELSCHUTTER
Sergeant Robert Kilpatrick Wardrop                 33 JAAR
Hamilton, Lanarkshire                                          STAARTSCHUTTER

Sergeant George Mitchell                                 LEEFTIJD ONBEKEND                                                                           RADIOTELEGRAFIST/BOORDSCHUTTER

Vorden Lanc Hackfort crew foto bew

Op de foto van links  naar rechts:

Wardrop/Foote/Smith(vloog niet mee) Brogan/McLennan/McKenzie.
Foto = Collectie K.Lusink, Drempt - ARGA.

 

Factsheet Lancaster

 

Date               : 08-01-1943

Time               : 19.23 h

 

Aircraft           : Lancaster I W-4159

 

Codes            : WS-Y

 

Squadron      : 9 Squadron RAF

 

Base              : Waddington, UK. A/C took off at 17.20 h.

 

Crashed        : Vorden-Hackfort. A/C crashed between Hoekendaalseweg 3 (D.Norde) and Kruisdijk 7 (J.L. Klein Brinke). Tail section came down in “Diekmansbos”. Bomb load exploded after crash.

 

Crash due to  :Nightfighter, Oblt Ludwig Becker, 12./NJG 1. Claimed a Lancaster at Hackfort, SE of Zutphen                                           (sector Hering). 800-1000 m, 19.23 h.

 

Target            : Duisburg

 

Remarks        : 3 Pathfinder Mosquitoes and 38 Lancaster took part in this raid.

 

                        Bombing between 19.20 and 19.35 h. 3 Lancasters lost.

 

                        6 a/c of 9 Sq took part in this raid. W-4159 exploded in air !

 

Bomb load    : 1 x 4000 Hc (“Cookie”) and 12 SBE (90x4) Inc.

 

Na de publicatie van deze aanwinst hebben we uit Canada nog een ooggetuigenverslag gekregen van de heer Dijkman we geven het hieronder integraal weer:

Dag Jean,
 
Heel interressant, die Browning. Zoals je weet woonden wij in het Meestershuus in Leesten.De avond van die crash hoorde ik machine geweervuur op de W C waarvan het raampje openstond (een noodzaak). Ik dacht dat het schieten boven ons huis gebeurde. Zo snel mogelijk liep ik naar buiten en zag nog net het brandende vliegtuig verdwijnen over de horizon, richting Hackfort. Ik was 8 jaar oud en rekende helemaal niet op de enorme ontploffing die volgde. Het was heel pijnlijk voor mijn oren. Ongeveer tien jaar geleden ontdekte een oorarts dat ik bepaalde hoge tonen niet kon horen. Waar heb je die schade opgelopen? vroeg ze. Ik kon niets anders bedenken dan de ontploffende Hackfortse Lancaster.
 
Groetjes
 
Henk    
 Met dank aan Robert Ellenkamp, Karl Lusink, Politie N-O Gelderland en Henk Dijkman.